woensdag 11 april 2012

Het heesterhoekje


Onze Amelanchier staat prachtig in bloei. Okee, okee, het is een buitenlander, maar geef toe, hij is toch goed geïntegreerd hé. Anders groei je niet vreedzaam naast een inheemse taxushaag of een rode kornoelje van bij ons.

Weet je trouwens waar de woorden struik, heester en boom vandaan komen? Ze stammen alledrie uit het Germaans.
In ‘boom’ (bôm, baum) zit het Engels woord ‘beam’ wat balk betekent. De Engelsen gebruiken het woord dus overdrachtelijk.
Heester komt van ‘heister’ wat jong boompje betekende in het Middelduits. Dat woord zei dus eeuwen geleden nog niets over de vertakking. Het oude woord ‘heister’ is op zich dan weer afkomstig van het oergermaanse woord ‘haisdra’.
Met ‘struik’ werd in de middeleeuwen enkel een afgebroken of geknotte tak bedoeld (struic, strûk, strauch). Op de plaats waar een ‘struik’ was afgebroken of gesnoeid ontstonden nadien zijtakjes. Als je daarvan later opnieuw ‘struiken’ afbrak kreeg je stilaan een wirwar van zijtakken. Een plant met zo’n dichte begroeiing werd op de duur zelf aangeduid als ‘struik’.