dinsdag 26 juli 2011

Pruimen als eieren zo groot

Als je ogen groter zijn dan je grond moet je keuzes maken. Wij hebben maar plaats voor enkele fruitbomen en dus ging aan het planten van elke boom echt studiewerk vooraf. Naast de Queen Victoria van mijn grootvader hebben we ook een Opal pruimenboom staan. Ik heb het ras gekozen op basis van informatie op het internet. De website van Bongerd Groote Veen over historische fruitrassen is hiervoor een aanrader. Normaal zou je fruit moeten proeven voor je bomen aanplant, maar daar hadden we toen geen tijd voor.

De pruim Opal werd maar erkend als ras in 1946. Het zou een Zwitserse kruising zijn tussen Early Favourite en Reine Claude d'Oullins. Het vel is paars-rood en het vruchtvlees is geelgroen en mooi stevig. De smaak is fris-zoet en de steen zit los, wat een groot voordeel is bij het verwerken van de pruim. Het is een sterke groeier en hij is weinig gevoelig voor ziektes of aantastingen. Het stuifmeel is van goede kwaliteit waardoor het ras rijk draagt.



We kunnen al deze informatie alleen maar bevestigen. De Opal is in enkele jaren tijd een grote boom geworden (nochtans laagstam) en dit jaar heeft hij kilo’s vruchten gedragen. De takken hingen tot tegen de grond. Volgend jaar zal ik ook deze boom moeten dunnen.


De pruimen waren heel lekker, maar wat doet een mens met tientallen kilo’s pruimen die rijp worden in een tijdspanne van enkele weken? We hebben pruimen gegeten, we hebben pruimen uitgedeeld, we hebben pruimen ingevroren, we hebben pruimen opgelegd in alcohol, we hebben pruimenconfituur gemaakt, pruimenchutney, pruimencake en een Luxemburgse pruimentaart. De rest van de pruimen was voor de vogeltjes, de mieren, de wespen en de bijen…

donderdag 21 juli 2011

Mooie zwerfster

Wie wandelt statig door je tuin? Wie bloeit elk jaar opnieuw met massa's paarsblauwe bloempjes? Wie reikt naar de hemel met zijn stevige stengels? Wie wordt aanbeden door vlinders en bijen? Het is het uitheemse zusje van de Verbena Officinalis of "ijzerhard" en het is een must have in elke tuin: de verbena bonariensis.


We hebben ooit één plantje gekocht en het lijkt te aarden op onze zandleem grond, want elk jaar opnieuw kleuren haar nazaten onze zomer paars. In veel tuinen is deze plant éénjarig, maar bij ons komen sommige planten jaar na jaar weer op. Ik heb ooit eens gelezen dat je de dode afgestorven stengels moest laten staan tot de lente. Ze zouden de plant beschermen tegen de koude.

Mocht de plant toch niet terugkomen op dezelfde plaats, dan moet je op zoek gaan naar zaailingen. Ze zijn heel herkenbaar want ze hebben hetzelfde blad als de grote plant maar laag tegen de grond. Zaailingen kan je gemakkelijk ergens anders planten.


Verbena's zijn mooi in grote groepen. Ze passen goed bij grassen maar ook in klassieke borders. De stevige stengels bieden steun aan weefplanten en ondanks hun hoogte (1m20 à 1m50) kan je ze vooraan planten omdat je gemakkelijk door de ijle stengels heen kan kijken.

zaterdag 16 juli 2011

Minizonnetjes

Een zonnige tuinfoto om deze regenachtige zomerdagen wat op te fleuren.


In de lente strooien we restjes zaad van vogelvoer in een verloren hoekje van de tuin. Deze minizonnetjes kleuren onze zomertuin en in de herfst hebben de vogeltjes weer verse zaadjes.

dinsdag 12 juli 2011

De haag van Doornroosje

Mijn favoriete kleinfruit is Oosters, heeft fantastisch mooie ranken en lekkere frisse besjes. De Japanse wijnbes is een braam uit het oosten van Azië die in 1876 voor het eerst ingevoerd werd in Frankrijk.


Alles aan deze plant is goed. De plant groeit gemakkelijk zonder te woekeren. De rood behaarde stengels zijn mooi en stekelig maar de besjes laten zich gemakkelijk plukken omdat ze in trosjes aan het uiteinde van de takken verschijnen. De besjes zijn klein maar kunnen uit het vuistje gegeten worden. Ze zijn ook lekker in confituur (gemengd met andere bessen) of in yoghurt. Er zitten geen rupsjes in zoals bij de frambozen en de besjes bewaren ook beter. Ik heb ook nog niets gemerkt van ziektes of belagers.


Het onderhoud is simpel, de takken die gedragen hebben sterven af in de winter en kunnen dan (met handschoenen) tot tegen de grond gesnoeid worden. De nieuwe stengels die al verschenen waren tijdens de zomer moeten dan mooi aangebonden worden om een luchtig gewas te krijgen.

Volgens de ‘boekjes’ moet je frambozen en wijnbessen planten tussen palen met gespannen draden. Wij maken een scherm met vierkante palen waaraan we gegevalvaniseerde chapenetten bevestigen (een net meet 2 meter op 1m20). Dit systeem is decoratief en veel handiger dan de gespannen draden.


Een oud verhaal vertelt dat een prins naar een overwoekerd kasteel gelokt wordt door de mooie bloemen en de lekkere besjes van een hoge haag. De ranken zagen er gevaarlijk uit, maar bleken soepel uitéén te wijken voor zijn stappen. De doornhaag van Doornroosje was een haag van Japanse wijnbes.

maandag 4 juli 2011

Koolwitwering

Als de koolwitjes uit hun pop komen moeten de kolen in de grond. Dan weet ik dat het begin juli is. De kolen die ik kweek zijn wintergroenten die na Nieuwjaar geoogst worden. Dit jaar koos ik opnieuw voor boerenkool en spruiten. Omdat die winterplanten heel traag groeien moeten ze nu al geplant worden.

Ongeveer acht weken geleden zaaide ik de kolen door telkens één zaadje in een potje zaaigrond te steken. Komt het zaadje niet op, dan zaai ik meerdere zaadjes om uiteindelijk genoeg plantjes te krijgen. Die techniek kwam dit jaar goed van pas want het droge voorjaar, de junimaand met stortregen en rukwinden én het tuinkussen dat ik op de plantjes liet vallen zorgde voor flink wat schade.

Een kool mag je diep planten tot het hart net boven de grond uitsteekt, zoals op de foto. Het hart is dat deel van de plant waar de nieuwe scheutjes ontspruiten.


Na het planten volgt het belangrijkste. Om de rupsen van het koolwitje te vermijden ga ik geen insecticide spuiten maar wel alles afdekken met insectengaas. Eerst plaats ik gebogen elektriciteitsbuizen als geraamte. Helaas vind je nog moeilijk dergelijke buizen maar mijn vader heeft er gelukkig op de kop getikt bij een volkstuinier die ermee stopte.


Over die buizen span ik het gaas en leg de uiteinden vast met bamboestokken of houten palen. Behalve het ophogen en wieden binnen enkele weken heb je verder niet veel werk aan die winterkolen. De zwakkere plantjes die ik overheb zet ik in een verloren hoekje zonder gaas zodat de koolwitjes zich toch nog kunnen voortplanten.