zondag 21 augustus 2011

Een tuin en een bibliotheek

“Als je een tuin en een bibliotheek bezit heb je alles wat je nodig hebt”, zegt Cicero. Deze zin zou mijn levensmoto kunnen zijn. Ontspannen doe ik door te tuinieren en door te lezen. Véél lezen én alles lezen. Het is dan altijd leuk als deze twee hobby’s elkaar ontmoeten, zoals bijvoorbeeld in dit leuke tekstje van Jeska Verstegen


“Gisteren stopte ik een uur eerder met werken. Ik besloot te gaan wieden. Heerlijk om met je neus vlak boven de grond te zweven en te kijken. Je vergeet je eigen gedoe en stapt een andere wereld in. Een wereld van kleine kruipwezens, groens, beginnetjes en eindjes. Er bestaan millimeter-beestjes en nog-kleiner-dan-een-millimeter-beestje-beestjes. Ik zag een tor, het leek op een wandelend brokje goud en sommige spinnen hebben heel veel poot voor weinig lijf. En plotseling een pad. Daar zat hij, rustig en bedaard, met oranjegele oogjes.”

donderdag 4 augustus 2011

En ondertussen in de tuin…

De zomervakantie is halfweg. Tijd om onze tuin een tussentijds rapport te geven (je bent leerkracht of je bent het niet)

De in zoutwater opgelegde groene pruimen konden niemand bekoren. De pruimen maakten dan ook vreemde sissende geluidjes als je de pot opendeed. Zelfs de Chinese vrijwilliger van dienst weigerde pertinent te proeven. Volgend seizoen maak ik van mijn hart een steen en gooi de uitgedunde pruimen dus gewoon weg.

De overvloedige Opal pruimenoogst werd gevolgd door een paars pruimentapijt. We hebben dagen getuinierd tussen de alcoholdampen. Wie ooit Palinka gedronken heeft, weet wat ik bedoel.


Door het tomatenbos zien we de bomen niet meer. Dieven is blijkbaar niet mijn specialiteit en de zijscheuten van de San Marzano hebben van mijn tomatenveld een ware jungle gemaakt. Volgend seizoen zal ik me dan maar weer beperken tot de ‘gemakkelijke’ tomatensoorten, lees: ‘tomaten voor luie mensen’. Ecologisch tuinieren is immers ook economisch tuinieren. Ik spaar dus moeite.


De vraag van één miljoen “ Wat is de smaak van een Japanse wijnbes?” werd op wetenschappelijke wijze benaderd door een blinde proeftest te organiseren. We proefden een bosaardbei, een wijnbes en een framboos. En mijn smaakpapillen blijven me vertellen, het smaakt niet naar een framboos.


De spruitkooltjes zijn nog te jong om zich te bewijzen. Wat zij en de andere kolen presteren zullen we ten gepaste tijde melden in een ander tussentijds rapport.