zondag 27 februari 2011

Wild leven


... in tuin en park. Deze titel lokte ons naar de jaarlijkse Westvlaamse natuurstudiedag. Op deze dag werd duidelijk dat elk stukje groen, hoe klein ook, een grote soortenrijkdom herbergt indien het ecologisch beheerd wordt. Zo blijkt de stadsrand rijker aan soorten dan het platteland omwille van de monocultuur die onze landbouw kenmerkt. Ook kleine stadstuintjes in het centrum van een stad zijn waardevolle groene stapstenen.

De ecologische tuin is in opmars, er bestaan zelfs echte ecotuinteams die mensen helpen bij de omschakeling van een klassieke Vlaamse tuin naar een ecologisch alternatief. Ook de Westvlaamse parken worden beetje bij beetje omgevormd tot ecologische minireservaatjes. Lode Bourez en Geert Schoutteten maakten ons jaloers met de beelden van hun eigen natuuroases. En cijfermateriaal van jarenlange studies bevestigen dat al deze natuurplekjes van onschatbare waarde zijn voor bijen, vlinders en vogels.

Het meest verrassende was de uiteenzetting, in het Frans, over het BiPS (Biodiversiteit in de stadsrand). Dit grensoverschrijdend project wil zich inzetten voor de ontwikkeling en het beheer van de biodiversiteit in de stadsranden. De voorbeelden die we zagen over de streek rond Lille (Rijsel) waren indrukwekkend. Vervuilde industrieterreinen en afvalbergen van vele hectaren groot werden in enkele jaren tijd omgetoverd tot groene pareltjes waar natuur en recreatie hand in hand gaan. Doe het beter dan Bart en Elio en ga eens gluren bij onze Franstalige buren, de natuur stopt immers niet aan de grens.

zondag 20 februari 2011

Hoe maak je van een tak een boom?

De langverwachte winterzon lokt ons naar buiten om aan een serieuze tuinklus te beginnen: wilgen knotten. In januari 2007 hebben we onze wilgen geplant en nu vier jaar later worden ze voor de eerste keer geknot.

Hoe maak je van een tak een boom?
Je neemt rechte wilgentakken van 2,7 à 3 meter lang en een arm dik. Op de onderste 70 cm haal je stroken schil af. Dit bevordert de wortelgroei. Je plant de wilgenstokken 70 cm diep in een gat dat je het best kan maken met een grondboor zodat de stokken stevig staan. In het voorjaar verschijnen de eerste scheuten over de hele stamlengte. Laat tijdens het eerste groeijaar enkel de twijgen aan de top staan zodat je een mooie kruin krijgt. Een top is ongeveer een gestrekte handpalm lang. Op het einde van het eerste jaar verminder je het aantal scheuten in de kruin tot acht à twaalf stuks.

Tijdens het tweede, derde en vierde jaar moet je bijna niets doen. Alleen het verwijderen van nieuwe zijscheuten op de stam kan nodig zijn. Takken die afbreken door stormwind snoei je best mooi af om te voorkomen dat er water in de wonde blijft staan.
Op het einde van het vierde jaar ga je de wilg voor de eerste keer helemaal knotten. Dat is wat wij nu gedaan hebben. Het veiligst werk je met een scherpe handzaag. Een kettingzaag is gevaarlijk omdat je de zaag relatief dicht bij je lichaam moet houden door het dichte takkenstelsel van de kruin. Ik klim met een aluminiumladder redelijk hoog in de kruin om de takken in verschillende keren af te zagen. Zo voorkom je dat er in één keer een heel zware last naar beneden valt. Om te verhinderen dat je zaag vast komt te zitten maak je eerst een snede aan de valzijde van de tak. Dan zaag je aan de andere richting de tak volledig door. Automatisch valt de tak dan in de richting van de snede. De lengte van de stomp die overblijft moet even lang zijn als de diameter van de tak.

Vanaf dan herhaalt de cyclus zich en ga je om de vier jaar knotten.

zaterdag 12 februari 2011

Tagliatelle met Zwarte Adder


De schorseneren van vorige week vielen enorm in de smaak. Het klassieke recept met witte saus vinden we heel lekker maar we hebben toch een alternatieve bereiding uitgeprobeerd. Het gerecht klinkt indrukwekkend 'Tagliatelle met Zwarte Adder'. Het woord schorseneer is namelijk afkomstig van het woord 'scorzone' dat zwarte adder betekent en dat was de bijnaam voor een schorseneer in Italië omwille van de gelijkenis met de slangesoort. Het recept is zo goed meegevallen dat we het met plezier meegeven.



Noot: ik heb de oorspronkelijke reactie van AnneTanne verwijderd want de oorsprong van schorseneer komt wel degelijk van het oude scorzonera zoals wij hebben uitgelegd en niet van het nieuwere scorzanera zoals AnneTanne beweerde. Scorzonera is dan weer afgeleid van het oude woord scorzone dat zwarte adder betekent. Schorseneer kreeg ook de naam 'adder' omdat het sap goed is tegen slangenbeten.

Voor de herinnering heb ik hieronder toch nog eens de reactie van AnneTanne gekopieerd:
"'t Recept klinkt lekker, ga ik zeker ook eens proberen.
Helaas moet ik je teleurstellen...
De etymologie van schorseneer is iets prozaïscher: scorza nera is geen 'zwarte adder', maar slaat op het 'zwarte vel', 'zwarte schil'... (scorza is 'zwoerd')
Een adder is in het italiaans un marasso, of meer algemeen un vipero..."

zondag 6 februari 2011

Catch of the day


Vandaag kon ik weer genieten van mijn zomerinspanningen. Ik heb de eerste bundel winterprei bovengehaald met de spitvork. De schorseneren die ik oogstte waren zelfs de eerste ooit uit onze tuin. Ik probeerde vorige zomer het ras "Verbeterde Reuzen Nietschieters" van Velt en het resultaat ziet er redelijk goed uit. Dit zal ik volgende lente zeker opnieuw zaaien. De rode biet die je ziet is de enige die we dit jaar konden rooien. Dat kwam waarschijnlijk omdat het zaad al enkele jaren oud was.